4.1. Haardstenen, haardtegels en zijn geschiedenis
Wanneer we terug gaan naar het verleden, zelfs vóór de komst van de Romeinen, was er reeds algemeen sprake van een open vuur in de huizen, zowel bedoeld voor verwarming als voor het koken. Een mooi voorbeeld hiervan: de archéosite van Aubechies hier in Wallonië. De huizen waren toen nog op een afstand van elkaar gebouwd. De wanden waren van hout en opgetrokken in vakwerk en leem. De daken waren met stro of riet bedekt. In het midden van het woonvertrek bevond zich een stookplaats en de rook ging door een rookgat in het dak of via een rookgat in de gevel naar buiten. Open vuur en rondvliegende vonken vormden derhalve een constante bron van gevaar. En dat veranderde nauwelijks in de loop der eeuwen. Zelfs nog niet bij het ontstaan van de dorpen en steden waar de huizen relatief dicht, zelfs aan elkaar gebouwd werden. Wanneer ergens in een woning een brand uitbrak, kon een groot deel van een dorp of een stad in korte tijd afbranden en in de as gelegd worden. Hier is Poperinge daar een mooi voorbeeld van. Op 2 juni 1513 legde een grote brand in 2 uur tijd het grootste deel van de stad in as. En vijftig jaar later, dag op dag, op 2 juni 1563 gingen 800 huizen van de stad in vlammen op.
Het ontstaan van de haardstenen
In de tijd dat de Romeinen hier vier eeuwen waren is er over de geschiedenis van de baksteenproductie niet veel bekend (zie bakstenen). Op het einde van de 12e eeuw is er sprake van vestingmuren, kastelen, abdijen die waren opgetrokken in bakstenen. De oudste middeleeuwse bakstenen gebouwen in Vlaanderen dateren van omstreeks 1200. Voorbeelden hiervan zijn de Sint Salvatorkerk te Brugge en de Cisterciënzerabdij te Koksijde. Lange tijd nog werd hier in Vlaanderen nog gebruik gemaakt van natuurzandsteen om kerken te bouwen.
Of er in 13e eeuw al sprake was van brandhaarden en haardstenen vermoed ik van wel, gezien de rekeningen die gevonden werden uit de periode ca. 1400. Toen “Vlaamse stenen”, speciale stenen naar Engeland werden uitgevoerd om in de haarden gebruikt te worden.
Later om het brandgevaar te bestrijden vaardigde de overheid verordeningen uit en voorzag men (stads)huizen vanaf het einde van de 14e-, begin 15e eeuw dan ook van een brandmuur, een bakstenen muur waartegen een haard met schoorsteen en schouw werd aangebouwd.
Achteraf werden er toelagen gegeven om huizen opgetrokken in vakwerk en leem te vervangen door stenen huizen en daken te bedekken met pannen. Om ongevallen te voorkomen, werden deze huizen vervangen door stenen huizen. Achter het haardvuur bracht men oorspronkelijk gewone bakstenen aan die in een piramidevorm opeen werden gestapeld om de achterliggende muur tegen de hitte van het vuur te beschermen.
Zo ontstond de open haard, die eeuwenlang in ieder huis een centrale plaats innam en waardoor de woonkamer comfortabeler werd. Het werd niet alleen de plaats om te koken, maar ook de plaats waar men s ’avonds en vooral tijdens de lange winterdagen omheen zat om zich te verwarmen en heel lang bij het licht van de flakkerende vlammen naar die haardstenen te staren. Daar speelde een belangrijk deel van het meer intieme familieleven zich af. Vandaar het gezegde “Eigen haard is goud waard!”.
In de 15e eeuw toen steeds meer voorname huizen in de steden stenen muren kregen werd afgezien van de gewone bakstenen in de achterwand van de haard. Deze begonnen af te brokkelen en gingen niet al te lang mee omdat ze de hitte van het vuur niet lang overleefden.
Er werd gezocht naar een ander alternatief. Alleen werden vanaf het begin van de 15de eeuw nog speciale vuurvaste, vuurbestendige haardstenen gemaakt van een homogene, fijne gele- en roodbakkende klei, een soort “chamotte stenen” (gebakken klei vermalen tot gruis en opnieuw met klei vermengd en terug gebakken. Zo overleefde de haardsteen de hitte wat langer.
De vroege ongeglazuurde vuurvaste gebakken haardstenen wijken van formaat niet veel af van de gewone bakstenen. Ze waren korter en dikker en in verschillende maten en kleuren, dit behoudens plaatselijke afwijkingen, 13,5 à 16 cm lang, 9 à 11 cm hoog en 6 à 9 cm dik, waarin er hoogstens vóór het bakken met een stempel in de nog vochtige klei een simpele versiering werd aangebracht, zoals een afweerteken.
Halfweg de 16e eeuw kwam daarin verandering. Men maakte voor de bekleding van de achterkant van een haard, juist vanwege die belangrijke plaats in het interieur, gebruik van ongeglazuurde bakstenen met een rijke reliëfversiering om een gedeelte van de binnenwand van de schouw te bekleden en de gewone bakstenen van de muur achter de haard te beschermen tegen de hitte van het vuur.
Daar die stenen niet goedkoop waren om een hele achterwand ermee op te trekken was het gebruik van deze vuurvaste haardstenen beperkt. Men had er hoogstens vijftig voor nodig. Meestal werden de haardstenen in een rechte baan of soms in een driehoekige vorm in verspringend verband met leem gemetseld, met als sluitstuk daarbovenop een driehoekige, rechthoekige of half ovale deksteen. Soms waren die dekstenen of sluitstukken 30 tot 35 cm lang meestal twee tot drie maal zo groot als die van een gewone haardsteen en ongeveer 20 cm hoog, bekroond met het wapen van de landsheer, bijvoorbeeld dat van keizer Karel en een jaartal.
Mooie exemplaren hiervan werden dan ook aangetroffen in prestigieuze gebouwen, in stadshuizen, in paleizen en in kastelen. Voor de gewone man waren ze te duur en in hun kleinere huizen stelden ze zich tevreden met een kale muur.
De afbeeldingen
Als een voorbeeld voor de Bijbelse afbeeldingen op haardstenen en tegels werd meestal gebruik gemaakt van prenten, etsen, houtsneden en schilderijen.
Omstreeks 1500 werden er zowel in Antwerpen als in Luik haardstenen gemaakt met eenvoudige taferelen zoals de adelaar, de leeuw, de lelie, de Bourgondische vuurslag, het Bourgondische kruis en portretten en voorstellingen uit de Bijbelse geschiedenis. Haardstenen met een bredere lijst en afbeeldingen van heraldische wapens kwamen overwegend uit Luik. Antwerpen had een veel smaller omlijsting.
Ongeveer een halve eeuw later maakten ze in Antwerpen haardstenen met een nog veel smallere lijst, de meeste slecht, 4 à 5 cm dik en versierd. Zo verschijnen er een hele reeks van een grote dertigtal haardstenen met verschillende Bijbelse taferelen en portretten van vorsten in een fijne, dieprood bakkende klei.
Haardsteen met doorlopend patroon van ruiten en halve rozettenen staande leeuwen met jaartal 1604 (Luik). 133 x 86 x 44 mm.
Nadien werden er stenen gemaakt met een doorlopend ruitpatroon, met per steen twee staande ruiten of één ruit en twee halve omgeven door een bloem- of stralenmotief. De ruiten vormden een doorlopend patroon en de lijsten verdwenen. De ruiten of médaillons bevatten heraldische motieven, meestal opklimmende leeuwen, herten, bloemen of portretten en werden zeer populair.
In het eerste kwartaal van de 17e eeuw was de vraag naar dikke haardstenen drastisch teruggelopen en na 1625 werden er praktisch geen meer gebakken. Over het algemeen werden ze vervangen door gietijzeren haardplaten waardoor het rendement van een open haard tot 50 % werd verbeterd. De haardplaat neemt de warmte op en straalt deze weer uit. Hoe dikker de haardplaat, hoe sterker de werking. Naarmate de vraag naar haardplaten toenam werden de versieringen erop verfraaid met herdenkingen, familiewapens, Bijbelse taferelen en allerlei voorstellingen. Beuken- en eikenhout kwam in gebruik in plaats van turf, daartegen waren de haardstenen niet bestand.
In de tweede helft van de 17e eeuw kwamen de goedkopere dunnere reliëftegels in zwang en stilaan kwamen de geglazuurde tegels (de zogenoemde Delftse tegels) van goede kwaliteit in de mode waarmee de volledige haardwand werd bezet. Kort daarna verschenen de Vlaamse haardtegels met slibversiering vooral in Frans-Vlaanderen en Zuid-West-Vlaanderen.
In Luik heeft de haardsteenindustrie het langst standgehouden. Tot in de 18e eeuw werden er grove dikke lichtrode of gele stenen gebakken met een breedte omlijsting en fors patroon met heraldische motieven. In de 18e eeuw daalde de productie zienderogen (drastisch). De stenen werden minder dik en resulteerden in een soort van reliëftegels, waaronder grote tegels met motieven die met Louis XV- stijlen werden overladen.
De latere haardstenen
In de tweede helft van de 19e eeuw werden er nog zowel in België, Nederland en Duitsland tal van ongeglazuurde haardstenen in historiserend en romantische stijlen gebakken in een dunner uitvoering. Deze machinaal geperste reliëfstenen werden gebruikt in schouwwanden in neogotische en neorenaissance gebouwen die opnieuw met haardstenen werden bekleed.
Nog in het begin van de 20ste eeuw werden er nog haardstenen gemaakt in de pottenbakkerij “Den Uil” in Brugge en in Poperinge in de pottenbakker “Ver Elst-Dupont / 1928-1961”. Maar veel daarvan zijn niet in omloop.
Tijdens het afbreken of het restaureren van oude gebouwen en verbouwingen worden er hier en daar nog heel wat heel wat 16e - en 17e eeuwse haardstenen aangetroffen, ook in Vlaanderen. Soms vind men ze ook terug op rommelmarkten en juist daarom zijn haardstenen en haardtegels voor velen een leuk verzamelobject geworden.
De herkomst
Over de herkomst van haardstenen is weinig bekend. Men gaat ervan uit dat de vroegste stenen uit de noordrand van de Ardennen afkomstig zijn, alhoewel dat tot nu toe niet kan worden bevestigd. Het oudste stenen zaalgebouw van het Gravensteen te Gent beschikt over haarden en de oudste in steen gedateerde haard is terug te vinden in Kortrijk. De tot nu toe oudste bekende tekst over de open haard uit Ieper komt uit 1344. Van waar kwamen de haardstenen die ca.1400 werden uitgevoerd via Nieuwpoort naar Engeland?
Een ding is zeker, voor al in het Maasgebied, tussen de Maas en de Rijn en in Luik, Aken en Maastricht kenden de haardstenen hun opgang in de 15e eeuw en werden ze wijd verspreid. Ook Antwerpen als de grote leverancier is een van de belangrijkste productiecentra van haardstenen gebleven en breidde zijn productie uit tot en met de Val van Antwerpen in 1585. Nadien verschuift het productiecentrum terug naar Luik. Al spoedig werden de haardstenen ook in andere plaatsen vervaardigd. In Nederland vinden we haardstenen terug, vooral in de streek rond Utrecht na 1585. En in Duitsland werden er grote hoeveelheden haardstenen vanuit Niederrhein, een gebied dat grenst aan het zuidoosten van Nederland, naar België geëxporteerd. Die Duitse haardstenen waren dunner en sommige waren vierkant en rechthoekig van vorm. Maar het langst werden zij zoals reeds gezegd in Luik geproduceerd.
Haardstenen - Herdsteine - Les briques de cheminée
Bijbelse haardstenen uit Luik met brede lijst
Tot op heden zijn er maar en vijftal Bijbelse taferelen terug gevonden uit het Oude Testament op haardstenen uit Luik, waarvan drie taferelen ook voor komen op de stenen uit Antwerpen.
Uit het Nieuwe Testament komen er een zevental haardstenen voor. Of er nog andere representatieve afbeeldingen Bijbelse op Luikse haardstenen voorkomen ervan zijn kon ik nergens terug vinden. Vermoedelijk wel !
Meestal werd als voorbeeld voor de Bijbelse afbeeldingen op haardstenen en tegels werd gebruik gemaakt van prenten, etsen, houtsneden en schilderijen.
Het valt op te merken dat het verhaal van de broedermoord van Kaïn en Abel en dat van Simson en Delila komen enkel voor in Luik. Maar wederzijds werden alleen in Antwerpen haardstenen met taferelen, gebeurtenissen uit het leven van kuise Susanna (het apocrief verhaal uit een aanhangsel van het boek Daniël) zijn gemaakt. Zo zijn er zes verschillende taferelen, terwijl in Luik geen haardsteen van Susanna terug te vinden zijn.
De haardstenen van de vier evangelisten: Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes komen in Luik niet voor. Wel de haardstenen met de taferelen van twee heiligen, de heilige Georgius (Sint-Joris) en de heilig Hubertus werden zowel in Luik als Antwerpen geproduceerd, maar zijn geen Bijbelse haardstenen.
Ook de haardstenen met de voorstelling van de zeeslag bij Lepando op 7 oktober 1571 tussen de christelijke Heilige Liga en het Islamitisch Ottomaanse rijk, komt vaak voor in schouwen tussen de Bijbels haardstenen. Maar die steen is geen Bijbelse haardsteen en kwam pas enkele jaren na de zeeslag op de markt.
1 - De zondeval (Genesis 3: 3-6). Adam staat er rechts afgebeeld met in zijn hand een appel, links staat Eva en in het midden staat een boom met daarin een slang. 140 x 100 mm. Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat betreft, God heeft gezegd: ’ Gij moogt daarvan niet eten, neen, Gij moogt ze niet aanraken, opdat Gij niet sterft.’” 4 Hierop zei de slang tot de vrouw: „Gij zult volstrekt niet sterven. 5 Want God weet dat nog op de dag dat Gij ervan eet, uw ogen stellig geopend zullen worden en Gij stellig als God zult zijn, kennend goed en kwaad.” 6 Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten. 7 Toen werden de ogen van hen beiden geopend en zij gingen beseffen dat zij naakt waren.
2 - Ook werd in Luik een haardsteen (15 x 9,5 cm) met brede lijst gemaakt waarop Kaïn zijn broer Abel vermoordt (Genesis 4 :8). Daarna zei Kaïn tot zijn broer Abel: [„Laten wij het veld ingaan.”] Het geschiedde dan toen zij op het veld waren, dat Kaïn voorts zijn broer Abel aanviel en hem doodde.
3 - Simson die de leeuw verscheurd (Rechters 14:5-6). - Bijgevolg daalde Simson met zijn vader en zijn moeder naar Timna af. Toen hij tot aan de wijngaarden van Timna was gekomen, zie! daar kwam een jonge leeuw met manen hem brullend tegemoet. 6 Toen werd Jehovah’s geest ten aanzien van hem werkzaam, zodat hij [de leeuw] in tweeën scheurde, net zoals men een bokje in tweeën scheurt, en zonder dat hij ook maar iets in zijn hand had.
4 - De slapende Simson, ligt in de armen van Delila die hem verleidde en in zijn slaap zijn haar (het geheim van zijn kracht) liet afscheren. (Rechters 16:17-19). (140 x 100 mm). - Ten slotte legde hij zijn hele hart voor haar bloot en zei tot haar: „Een scheermes is nog nooit op mijn hoofd gekomen, want ik ben van mijn moeders buik af een nazireeër van God. Indien ik werkelijk geschoren werd, dan zou mijn kracht stellig van mij wijken, en ik zou inderdaad zwak en als alle andere mensen worden.” 19 Zij dan liet hem op haar knieën inslapen. Toen riep zij de man en liet hem de zeven vlechten van zijn hoofdhaar afscheren, waarna zij hem in bedwang begon te krijgen, en allengs week zijn kracht van hem.
5 - Judith onthoofd de stomdronken slapende Assyrische overste Holofernes met zijn eigen zwaard in zijn legertent. (apocrief verhaal - Judith 13:6-8). - Toen liep ze naar de bedstijl vlak bij Holofernes’ hoofd, nam daar zijn zwaard weg, ging naar het bed toe en pakte hem bij zijn haren beet en hakte met al haar kracht Holofernes met twee slagen het hoofd af.
Iets later vinden we hetzelfde tafereel van Judith terug op een haardsteen gemaakt in Antwerpen.
Het Nieuwe Testament
1 - Bijbelse haardsteen met een voorstelling van een engel (rechts) en iemand knielend links. (ca.1575 / 135 x 95 mm). - De engel Gabriël verkondigt aan Maria de geboorte van Christus aan. (Lucas 1:26-27) In haar zesde maand werd de engel Gabriël van God vandaan naar een stad in Galilea gezonden, Nazareth genaamd, 27 tot een maagd die aan een man genaamd Jozef, uit Davids huis, ten huwelijk beloofd was; en de naam van de maagd was Maria.
2 - De onthoofding van Joannes de Doper (Mattheüs 14:3-8). - Herodes had namelijk Johannes gevangengenomen en hem geboeid en in de gevangenis gezet vanwege Herodes, de vrouw van zijn broer Fili̱ppus. 4 Want Johannes had hem herhaaldelijk gezegd: „Het is u niet geoorloofd haar te hebben.” 5 Doch ofschoon hij hem wilde doden, vreesde hij de schare, want zij hielden hem voor een profeet. 6 Maar toen Herodes verjaardag werd gevierd, danste de dochter van Herodes bij die gelegenheid, en zij behaagde Herodes zozeer 7 dat hij met een eed beloofde haar alles te zullen geven wat zij zou vragen. 8 Op influistering van haar moeder zei ze toen: „Geef mij hier op een platte schotel het hoofd van Johannes de Doper.”
3 - Twee herders op de voorgrond. De linkse speelt op een doedelzak met aan de rechter zijde van het fontein een herder met een schaap in zijn arm. (Lukas 2: 8-10). Er waren in diezelfde landstreek ook herders, die buitenshuis verbleven en ’s nachts de wacht hielden over hun kudden. 9 En plotseling stond God’s engel bij hen, en God’s heerlijkheid omscheen hen, en zij werden zeer bevreesd. 10 Maar de engel zei tot hen: „Vreest niet, want ziet! Ik maak U goed nieuws bekend omtrent een grote vreugde, die heel het volk ten deel zal vallen.
4 - De geboorte van Christus in het stal van Bethlehem. (Lukas 2:7) - 145 x 100 x 45 mm. En zij baarde haar zoon, de eerstgeborene, en bond hem in windsels van doeken en legde hem in een kribbe, omdat er in het gastenverblijf geen plaats voor hen was.
5 - Christus aan de martelpaal met rondom hem de drie Maria’s. Zijn moeder, Maria Magdalena en Maria, de zuster van Martha. (Johannes 19: 25). - Bij de martelpaal van Jezus stonden echter zijn moeder en de zuster van zijn moeder; Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.
6 - De bekering van Saulus (Handelingen 9:3-4). - Toen hij (Saulus) nu op zijn reis Damaskus naderde, flitste er plotseling een licht uit de hemel om hem heen, 4 en hij viel op de grond en hoorde een stem, die tot hem zei: „Saul, Saul, waarom vervolgt gij mij?”
7 - De voorstelling van de draak en de drie figuren uit Openbaring 16:13 en 14. - En ik zag drie onreine geïnspireerde uitingen, [die eruitzagen] als kikvorsen, uit de bek van de draak en uit de bek van het wilde beest en uit de mond van de valse profeet komen. 14 In werkelijkheid zijn het door demonen geïnspireerde uitingen, en ze verrichten tekenen en gaan uit tot de koningen van de gehele bewoonde aarde, om hen te vergaderen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige.
En ten slotte nog meerdere taferelen op Luikse stenen van twee heiligen
- de heilige Georgius (Sint-Joris) en de heilig Hubertus.
1 - Sint Joris of de heilige Georgius die met zwaard en schild de draak bestrijdt. Zo werden erin Luik zes verschillende taferelen ervan terug gevonden.
De legende van 'Sint Joris en de draak' gaat over een verschrikkelijk draak dat in Cappadocië dood en verderf zaait. Om de draak niet tot groter kwaad aan te zetten, werd aan hem dagelijks een kind geofferd. In bruidskleren gehuld viel het lot van de dochter van de koning in handen van het monster. Joris, een gewone schildknaap, geen ridder, bood de koning en het volk aan het beest te doden. Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer.
2 - Haardstenen met de afbeelding van Sint-Hubertus geknield voor het hert met een kruis tussen het gewei en vergezeld van paard en hond. Ca. 140 x 95 mm. Ze werden eveneens in Luik gemaakt in het begin van de eerste helft van de 16de eeuw, waarvan er vier verschillende taferelen ervan terug gevonden zijn.
Volgens de legende ontmoette de Heilige Hubertus op een dag in een woud een hert tussen het struikgewas met tussen het gewei een oplichtend kruis. Voor Hubertus was dat een teken dat hij zijn leven dierbaar moest maken aan de bediening van God.
De haardstenen met de voorstelling van de zeeslag bij Lepando op 7 oktober 1571 tussen de christelijke Heilige Liga en het Islamitisch Ottomaanse rijk, komt vaak voor in schouwen tussen de Bijbels haardstenen. Maar die steen is geen Bijbelse haardsteen en kwam pas enkele jaren na de zeeslag op de markt.
Bijbelse haardstenen uit Antwerpen
In de omgeving van Antwerpen werden vanaf het begin van de zestiende eeuw eveneens haardstenen met smalle lijst en sommige zonder lijst gefabriceerd en vinden wij Bijbelverhalen op haardstenen terug. In het boek “Hertsteen en Cronement” van Hans Lägers, uitgegeven in 2006 in Utrecht, staan 25 Bijbelse haardstenen geregistreerd uit het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo.
Tot op heden zijn er vijfentwintig Bijbelse taferelen uit het Oude Testament gevonden op Antwerpse haardstenen, waarschijnlijk zijn er meer.
1 - Op een haardsteen zonder lijst (ca.1560 / 150 x 110 mm) vinden wij de naakte Adam en Eva afgebeeld in twee poorten of bogen gescheiden door een versierde pilaster, waarop Eva een appel overhandig aan Adam (Genesis 3:6).
Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten.
139 x 95 x 26 mm.
2 - Voorstelling: Abram en Melchizedek, op de achtergrond een heuvelachtig landschap met een boom (Genesis. 14:17-18). Toen ging de koning van Sodom uit, hem tegemoet, nadat hij was teruggekeerd van het verslaan van Kedorlaomer en de koningen die met hem waren, naar de Laagvlakte van Schavé, dat is de Laagvlakte van de koning. 18 En Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn, en hij was priester van de Allerhoogste God.
Daarna vinden we een 5-tal haardstenen met verhalen gebeurtenissen uit het leven van Simson afgebeeld.
3 - Simson die de leeuw verscheurt (Rechters 14:5-6). (150 x105 mm) - Bijgevolg daalde Simson met zijn vader en zijn moeder naar Timna af. Toen hij tot aan de wijngaarden van Timna was gekomen, zie! daar kwam een jonge leeuw met manen hem brullend tegemoet. 6 Toen werd Jehovah’s geest ten aanzien van hem werkzaam, zodat hij [de leeuw] in tweeën scheurde, net zoals men een bokje in tweeën scheurt, en zonder dat hij ook maar iets in zijn hand had.
4 - Een haardsteen met het verhaal (Rechters 15:15-16) waarop Simson duizend Filistijnen met een ezelskinnebak bestrijdt. - Hij (Simon) vond nu een vochtige ezelskinnebak en stak zijn hand uit en greep ze en sloeg er vervolgens duizend man mee neer. 16 Toen zei Simson: „Met een ezelskinnebak - één hoop, twee hopen! Met een ezelskinnebak heb ik duizend man neergeslagen.”
5 - Simson greep de deuren de stadspoort van Gaza, sloeg ze op zijn rug en droeg ze naar de top van de berg (Rechters 16:3). (150 x 105 mm).
Simson bleef echter tot middernacht liggen en toen stond hij te middernacht op en greep de deuren van de stadspoort en de twee zijposten en rukte ze met grendel en al los en legde ze op zijn schouders en droeg ze vervolgens naar de top van de berg die tegenover Hebron ligt.
6 - En dan nog op een haardsteen (145 x 100 mm) te zien hoe Simson de tempel van de god Dagon liet instorten (Rechters 16:23-25).
Wat de Filistijnse asvorsten betreft, zij vergaderden zich om hun god Da̱gon een groot slachtoffer te offeren en om zich te verheugen, en zij zeiden voortdurend: „Onze god heeft onze vijand Simson in onze hand gegeven!” 24 Toen het volk hem te zien kreeg, gingen zij dadelijk hun god loven, „want”, zeiden zij, „onze god heeft onze vijand en de verwoester van ons land en degene die onze verslagenen vermenigvuldigde, in onze hand gegeven”.25 Nu geschiedde het dat omdat hun hart vrolijk was, zij vervolgens zeiden: „Roept Simson, opdat hij ons wat amusement kan bieden.” Zij riepen Simson dus uit het gevangenhuis opdat hij hen zou vermaken; voorts plaatste men hem tussen de zuilen.
Verder vinden we in Antwerpen een viertal haardstenen ( 7,8,9 en 10) met gebeurtenissen uit het leven van David.
Op één van die haardstenen (7a ) staat niet David met een kop van een leeuw in de rechter hand, maar Hercules, de zoon van de Griekse god Zeus. Op de haardsteen (8) staat David met het hoofd van Goliath in zijn rechterhand.
7 - Met een steen en een slinger velde de jonge David de Filistijnse reus Goliath en houwt zijn hoofd af (1Sam.17:49). Toen stak David zijn hand in zijn tas en nam er een steen uit en slingerde die weg, zodat hij de Filistijn in zijn voorhoofd trof, en de steen drong in zijn voorhoofd, waarna hij op zijn gezicht ter aarde viel.
7a - Haardsteen met daarop Hercules, de zoon van de Griekse god Zeus met de kop van de Nemeïsche leeuw. (150 x 100 mm).
De held Heracles, ook halfgod is een bekend figuur uit de Griekse mythologie. Herakles is de zoon van Zeus en was vanaf zijn geboorte beroemd om zijn geweldige kracht, omdat hij in zijn wieg twee slangen wurgde en het doden van de enorme Nemeïsche leeuw. Zo werd hij ook voorgesteld gekleed in een korte chiton (kleed) en gewapend met zwaard of boog, na 650 v.Chr. ook als naakte figuur met leeuwenhuid (van de Nemeïsche leeuw) en knots. De sagen betreffende Heracles verbreidden zich reeds vroeg over Sicilië en Zuid- Italië, en kwamen zoo ook naar Rome.
8 - David die zojuist Goliath met zijn eigen zwaard heeft onthoofd. (1Samuël 17: 48-51). En het geschiedde dat de Filistijn zich verhief en kwam aanlopen en steeds dichterbij kwam, David tegemoet, en David haastte zich nu en rende in de richting van de gevechtslinie, de Filistijn tegemoet. Toen stak David zijn hand in zijn tas en nam er een steen uit en slingerde die weg, zodat hij de Filistijn in zijn voorhoofd trof, en de steen drong in zijn voorhoofd, waarna hij op zijn gezicht ter aarde viel. 50 Zo bleek David met een slinger en een steen sterker te zijn dan de Filistijn, en hij sloeg de Filistijn neer en bracht hem ter dood; en David had geen zwaard in zijn hand. 51 En David rende voort en stond ten slotte bij de Filistijn. Toen nam hij diens zwaard en trok het uit de schede en bracht hem definitief ter dood toen hij er zijn hoofd mee afhieuw. Toen nu de Filistijnen zagen dat hun sterke [man] gestorven was, sloegen zij op de vlucht.
9 - Vanaf een dakterras van zijn paleis bespiedt David een vrouw Bathseba die bezig was zich te wassen. (2Samuël 11:2-3). Nu gebeurde het tegen de avondtijd dat David voorts van zijn bed opstond en op het dakterras van het huis van de koning ging rondwandelen; en vanaf het dakterras zag hij toen een vrouw die zich aan het baden was, en de vrouw was zeer mooi van uiterlijk. 3 Toen liet David naar de vrouw informeren en iemand zei: „Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de vrouw van Uria de Hethiet?”
10 - Haardsteen (155 x 110 mm) waarop de badende Bathesba bezig zich te wassen in een fontein en die door een dienares bij koning David wordt ontboden (2Samuël.11:4). 4 Daarna zond David boden om haar te halen. Zij dan kwam bij hem en hij lag bij haar, terwijl zij zich nog aan het heiligen was van haar onreinheid. Later keerde zij naar haar huis terug.
11 - Sluitsteen (300 x 210 mm) met daarop Salomo’s oordeel (1Koningen 3:25). Nu zei de koning: „Snijdt het levende kind in tweeën en geeft de ene helft aan de ene vrouw en de andere helft aan de andere.”
12 - Judith onthoofd de stomdronken slapende Assyrische overste Holofernes met zijn eigen zwaard in zijn legertent. (apocrief verhaal - Judith 13:6-8). Toen liep ze naar de bedstijl vlak bij Holofernes’ hoofd, nam daar zijn zwaard weg, ging naar het bed toe en pakte hem bij zijn haren beet en hakte met al haar kracht Holofernes met twee slagen het hoofd af. - Deze steen was een verbeterde kopie van het tafereel van Judith terug op een haardsteen gemaakt in Luik.
139 x 90 x 20 mm?
13 - Haardsteen met het tafereel: Simon steekt het koren in brand (Rechters 15:4-5). Toen ging Simson heen en ving driehonderd vossen en nam fakkels en keerde staart aan staart en bevestigde één fakkel tussen twee staarten, precies in het midden. 5 Daarna stak hij de fakkels aan en stuurde de vossen de velden met staand koren van de Filistijnen in. Zo stak hij alles in brand, van schoof tot staand koren, en de wijngaarden en de olijfbosjes. (Collectie: Dirk Siau, Lokeren).
14 - Esther verschijnt voor Ahasveros (Esther 5:1). - 140 x 100 x 65 mm. - Nu gebeurde het op de derde dag, dat Esther zich voorts koninklijk kleedde, waarna zij ging staan in het binnenste voorhof van het huis van de koning tegenover het huis van de koning, terwijl de koning gezeten was op zijn koninklijke troon in het koninklijke huis tegenover de ingang van het huis.
15 - De triumf van Mordechai die door Haman op het paard van koning Ahasveros wordt rondgeleid (Esther 6:11). - 150 x 100 x 65 mm. - Toen nam Haman het gewaad en het paard en kleedde Mordechai en liet hem over het openbare stadsplein rijden en riep vóór hem uit: „Zo wordt gedaan met de man in wiens eer de koning zelf een welbehagen heeft gevonden”.
139 x 95 x 26 mm.
16 - Het schrift op de wand. Voorstelling van Daniël die koning Belsazar het schrift op de wand verklaart (Daniël 5:1). - 135 x 100 mm. - Wat koning Belsazar betreft, hij rechtte een groot feestmaal aan voor duizend van zijn rijksgroten, en in het bijzijn van de duizend dronk hij wijn.
17 - Daniel in de leeuwenkuil (Daniël 6:16) - Bijgevolg gaf de koning zelf bevel, en zij brachten Daniël en wierpen hem in de leeuwenkuil. De koning nam het woord en zei tot Daniël: „Uw God die gij met standvastigheid dient, hij zal u verlossen.
18 - Haardsteen met één van de vijf visioenen van Daniel. (Daniël 7: 1-24). - In het eerste jaar van Belsazar, de koning van Babylon, aanschouwde Daniël zelf een droom en visioenen van zijn hoofd op zijn bed. Terstond schreef hij de droom op. Het volledige relaas van de zaken vertelde hij. 2 Daniël nam het woord en zei: „Ik aanschouwde dan in mijn visioenen tijdens de nacht, en ziedaar! de vier winden van de hemel zweepten de uitgestrekte zee op. 3 En vier reusachtige beesten stegen op uit de zee, elk verschillend van de andere.
Het valt op te merken dat alleen in Antwerpen haardstenen met taferelen, gebeurtenissen uit het leven van kuise Susanna (het apocrief verhaal uit een aanhangsel van het boek Daniël) zijn gemaakt. Zo zijn er zes verschillende taferelen, terwijl in Luik geen haardstenen van Susanna terug te vinden zijn.
19 - De badende Suzanna wordt betast door twee ouderlingen. – wordt door de twee oudsten belaagd (apocrief verhaal, uit een aanhangsel van het boek Daniël (Daniël 13:19).
20 - Susanna, die door twee ouderlingen voor de rechter wordt gebracht. (apocrief verhaal - Daniël 13:28).
21 - Susanna, die door de ouderlingen voor de rechter wordt geleid. (apocrief verhaal - Daniël, 13:28). - 143 x 98 x 62 mm.
22 - De ter dood veroordeling van Susanna, die dood David wordt tegemoet getreden. (apocrief verhaal - Daniël 13:45).
23 - De profeet Daniël verhoord de twee ouderlingen onafhankelijk van elkaar voor de rechter. (apocrief verhaal - Daniël 13:50).
24 - Beide ouderlingen worden ter steniging weggeleid. Linksonder draagt een jongen met een mand stenen. (apocrief verhaal - Daniël 13:61).
25 - De beschuldigen van Susanna, twee ouderlingen worden door soldaten gestenigd. - (apocrief verhaal - Daniël 13:61). ca.1570 / 150 x 100 mm.
Het Nieuwe Testament
1 - De engel Gabriël verkondigt aan Maria de geboorte van Christus aan. (Lucas 1:26-27) In haar zesde maand werd de engel Gabriël van God vandaan naar een stad in Galilea gezonden, Nazareth genaamd, 27 tot een maagd die aan een man genaamd Jozef, uit Davids huis, ten huwelijk beloofd was; en de naam van de maagd was Maria.
2 - De geboorte van Christus in het stal van Bethlehem. (Lukas 2:7) En zij baarde haar zoon, de eerstgeborene, en bond hem in windsels van doeken en legde hem in een kribbe, omdat er in het gastenverblijf geen plaats voor hen was.
3 - Johannes de Doper (Mattheüs 3:1-6). - In die dagen kwam Johannes de Doper en predikte in de wildernis van Judea. 5 Toen trokken Jeruzalem en heel Judea en de gehele Jordaanstreek naar hem uit, 6 en er werden mensen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij openlijk hun zonden beleden.
142 x 96 x 27 mm.
4 - Jezus wordt gedoopt door Johannes de Doper in de Jordaan. (Mattheüs 3:13). Ca.1560. - Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om door hem gedoopt te worden.
5 - De goede herder die zijn kudde beschermt (Johannes 10:11). - Ik ben de voortreffelijke herder; de voortreffelijke herder doet afstand van zijn ziel ten behoeve van de schapen.
Een serie haardstenen van de vier evangelisten: Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes.
152 x 104 x 69 mm.
1 - De evangelist Mattheüs met de pluim in de hand en de schriftrol op zijn knieën. Links van hem staat een engel. Ca.1560.
142 x 96 x 25 mm.
2 - De evangelist Markus met de pluim in de hand en de schriftrol op zijn schoot en voor zijn voeten ligt een leeuw. Links van hem staat een engel. Ca.1630.
152 x 105 x 53 mm.
3 - De evangelist Lukas met schriftrol op zijn knieën en voor zijn voeten ligt een os. ca.1560.
4 - De evangelist Johannes met een stift en schrijfrol op zijn schoot. De adelaar voor hem heeft een inktkoker in zijn snavel.
En ten slotte enkele heiligen
- Geen Bijbelse haardstenen. Er zijn meerdere taferelen op haardstenen van de heilige Georgius (Sint-Joris) en de draak en de heilige Hubertus gefabriceerd in de loop der jaren in de omgeving van Antwerpen.
1 - Twee haardstenen zonder lijst waarop het tafereel van de heilige Georgius (Sint-Joris), de Drakendoder te paard de draak met een lans doodt. De legende van 'Sint Joris en de draak' gaat over een verschrikkelijk draak dat in Cappadocië dood en verderf zaait. Om de draak niet tot groter kwaad aan te zetten, werd aan hem dagelijks een kind geofferd. In bruidskleren gehuld viel het lot van de dochter van de koning in handen van het monster. Joris, een gewone schildknaap, geen ridder, bood de koning en het volk aan het beest te doden. Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer.
2 - Haardstenen met de afbeelding van Sint-Hubertus geknield voor het hert met een kruis tussen het gewei en vergezeld van paard en hond. - 145 x 100 x 65 mm. 1525-1575. Volgens de legende ontmoette de Heilige Hubertus op een dag in een woud een hert tussen het struikgewas met tussen het gewei een oplichtend kruis. Voor Hubertus was dat een teken dat hij zijn leven dierbaar moest maken aan de bediening van God.
En dan nog dit.
142 x 97 x 27 mm.
De haardstenen met de voorstelling van de zeeslag bij Lepando op 7 oktober 1571 tussen de christelijke Heilige Liga en het Islamitisch Ottomaanse rijk, komt vaak voor in schouwen tussen de Bijbels haardstenen. Maar die steen is geen Bijbelse haardsteen en kwam pas enkele jaren na de zeeslag ca. 1575 op de markt, zowel in Antwerpen als in Luik.
140 x 95 x 21 mm.
Ook het vrijend koppel met op de achtergrond enkele bomen en een hond, is geen Bijbels haardsteen, maar komt vaak voor in haarden tussen de Bijbelse haardstenen. Velen zijn van mening dat het hier gaat om een tafereel van Adam en Eva in het paradijs;
Bronnen:
- Hertsteen en Cronement. Haardstenen uit de zestiende en zeventiende eeuw, Hans Lägers. Utrechtse materiaalcatalogus 2. Cultuurhistorie gemeente Utrecht, Uitgeverij Matrijs, Utrecht. 2006.
- Haardstenen en de haard – Maaslandse haardstenen, productie, verspreiding, toepassing en versiering. Ton Beijer, Eijsden. Uitgave: Vereniging Ambachshoes, 2011. 122 blz.
- Archeologische & bouwhistorische kroniek van de gemeente Utrecht, 1983. Overdruk Maandblad Oud-Utrecht 1984-8/9. – 154 blz.
- Keramik von Niederrhein. Die Irdenware der Düppen- und Pottbäcker zwischen Köln und Kleve, herausgegeben von Joachim Naumaan. Kölnischen Stadtmuseums Köln, 1988. – 390 blz. - Keramik von Niederrhein. Niederrheinische Herkeramik, Heinz-Peter Mielke, Blz.207-213
- Nieuwhof, Minne Ieders, Bijbelse voorstellingen op haardstenen. PolderVondsten 14,2010, blz.28-33.
Haardstenen uit Luik met brede lijst - Briques réfractaires / de feu de Liège.
136 x 97 x 67 mm. 137 x 100 x 68 mm.
1. Voorstelling: engel.
2. Voorstelling: twee cupido’s die een guirlande vasthouden.
128 x 101 x 76 mm. 131 x 97 x 67 mm.
Twee haardstenen met bloemmotief.
132 x 97 x 60 mm. 132 x 92 x 61 mm.
- Voorstelling:
- Haardtegel met voorstelling in reliëf van een griffioen.
136 x 97 x 63 mm. 138 x 104 x 63 mm.
138 x 95 x 83 mm. 136 x 103 x 63 mm.
- Reliëfdecor: voorstelling van een leeuw, geflankeerd door twee Franse lelies en het jaartal 1564.
- Haardsteen met het wapenschild van een prinsbisschop van Luik. Gedateerd 1683.
140 x 100 x 78 mm. Gedateerd 1561 137 x 93 x 82 mm
Twee haardstenen waarop het Luikse perron, altijd met een pilaar op een (groot) voetstuk afgebeeld, met bovenop een bol, peervormig of als rijksappel (L. pirum = peer), met aan weerszijden de letters G en G. Een perron of piroen zien we vaak tussen twee wapenschilden.
Links een wapenschild met de tweekoppige rijksadelaar en rechts het wapen van Ernst von Beieren, prinsbisschop van Luik (1581-1612).
135 x 90 x 80 mm. 135 x 95 x 81 mm. Getekend: 1611
1. Voorstelling het Luikse perron met het jaartal 1565. Links het wapenschild met tweekoppige rijksadelaar en rechts het wapenschild van Gerard van Groesbeek, prinsbisschop van Luik (1564-1581).
2. Haardsteen met links het wapenschild van Otto van Bylandt, baron van Rheydt (Ca.1525-1595) zoon van Johan Adriaan (1503-1549) en Irmgard Schenk von Nydeggen. Recht het wapenschild van zijn vrouw Maria van den Bongard (1535-1597).
Versierd met twee etende vogels, 124 x 93 x 79 mm. 138 x 100 x 63 mm.
137 x 99 x 67 mm. 135 x 95 x 65 mm.
1. Haardtegel - Luik, Heraldisch – uit het “Prinsenhof” van Johan Théodor van Beieren, prinsbisschop van Luik, 190 x 140 x 45 mm.
2. Rechthoekige haardsteen. Twee op hun achterpoten staande bokken, links en rechts van een wapenschild rustend op een sokkel. Luik, 205 x 165 x 50 mm, gedateerd 1764. - Roodbakkende chamotte / vijf ontgassinggaten.
Afm. 215 x 150 x 50 mm.
Haardtegel uit het “Prinsenhof” van Johan Théodor van Beieren (°1703-1763) - Prinsbisschop van Luik, getekend: “17 JEAN THEODORE 54 ”.
Rechthoekige haardsteen uit het “ Prinsenhof” van Jean Theodore van Beieren ° 1703 en prins-bisschop van Luik (1744-1763), met de kardinaalshoek en tressen. Op de steen een spreukbalk met Jean Theodore en 1754. Johan Theodoor van Beieren (München, 3 september 1703 - 27 januari 1763) was bisschop van Regensburg en Freising van en prins-bisschop van Luik. Onderaan de initialen T en G .
Als zoon van keurvorst Maximiliaan II Emanuel van Beieren volgde hij in 1719 zijn broer Clemens August I op in Regensburg. In 1727 werd hij bisschop van Freising. Hij ontving in 1730 de bisschopswijding, werd op 10 maart 1744 werd ook prinsbisschop van Luik (hij bleef dat tot zijn dood) en in 1746 kardinaal.
Drie Nederlandse haardstenen
150 x 114 x 68 mm. 100 x 65 x 62 mm. 165 x 124 x x 63 mm.
- Bloemenkorf met blad- en bloemmotieven.
- Klein sluitstuk. Motief: een bloemenvaas waarin een bloem.
- Een Nederlands haardsteen, een hart omgeven door een bloemenkrans.
Niederrheinische Herdkeramik - Keramik von Niederrhein
Niederrhein (Nederlands: Nederrijn) is het geografische gebied in de deelstaat Noordrijn-Westfalen in Duitsland dat grenst aan het zuidoosten van Nederland. Al heel vroeg in het verleden werden er reeds in de 14de- tot en met de 16de eeuw vierkante haardsteentjes (ca.100 x 100 mm.) geproduceerd die terug te vinden zijn in het Niederrheinisches Freilichtmuseum, Am Freilichtmuseum 1, 47929 Grefrath, Duitsland. Maar bij het op de markt komen van de gietijzeren haardplaten en wandovens verdween voor een tijd de haardsteen van het toneel. Maar de 17de - tot ver in de 18de eeuw begon men zich in het rijngebied terug toe te leggen op het vervaardigen van haardstenen. Veel van de stenen vervaardigd in Niederrhein hebben een grote gelijkenis met die uit Luik.
Rechthoekig blok met ingekaderde bloem en bladmotieven. 205 x 84 x 69 mm.
Sluitstuk met acanthusbladmotieven, 214 x 73 x 74 mm.
Rechthoekige
202 x 147 x 21 mm. 210 x 160 x 50 mm.
1. Haardsteen: 15 x 20,5 x 2,5 cm. Een pelikaan die zijn drie jongen voedt met bloed uit zijn borst, verbeelden naar Christus. Geen ontgassinggaten – rode baksteen.
2. Haardsteen: Een Pelikaan die zijn drie jongen voedt met bloed uit zijn borst, verbeeldend naar de offerdood van Christus. - Duitsland, roodbakkend aardewerk / geen chamotte / ontgassinggaten.
Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw kwamen de goedkopere dunnere reliëftegels in zwang en worden haardstenen hoger, breder maar ook dunner.
1. Haardsteen met de voorstelling van de hoorn van Overvloed. 147 x 90 x 23 mm. In het Latijns “cornu copia” wat betekend, cornu (hoorn) en copia (voorraad). Datering: ca.1700
2. Haardsteen met cartouche en bloemmotief. - 18e eeuw. 135 x 95 x 18 mm.
132 x 94 x 18 mm. 143 x 107 x 20 mm.
135 x 95 x 20 mm. 135 x 95 x 20 mm.
1.Reliëfdecor: voorstelling - een leeuw, geflankeerd door twee Franse lelies en jaartal 1565
2.Luik, reliëfdecor: voorstelling van een tweekoppige rijksadelaar waaronder de letters LS en jaartal 1596.
Reliëfdecor: voorstelling van het Luiks perron, vergezeld van de letters LG en het jaartal 1567 met onbekende wapens. 135 x 95 20 mm.
115 x 152 x 21 mm. 120 x 159 x 21 mm.
Haardstenen met daarop een vogel. Haardsteen rechts: met de initialen T en G . De haardsteen links is iets kleiner, zonder initialen.
156 x 118 x 21 mm. 160 x 125 x 25 mm.
Haardstenen met waarop een vogel etend van een druiventros tussen blad- band- en bloemmotieven. Haardsteen rechts: met de initialen T en G. - Luik.
1. Een opgejaagd everzwijn. 202 x 133 x 23 mm.
2. Brique en relief, Noord-Frankrijk – 1887 * draak / dragon. 182 x 123 x 21 mm.
Haardsteen. Voorstelling van mascaron met aan beide zijden vruchtfestoenen. Hoeken versierd met kwart medaillons. 16e eeuw, 14 x 95 x 18 mm.
115 x 114 x 22 mm. - Brugge 88 x 116 x 19 mm. Ver Elst-Dupont, Poperinge
111 x 109 x 16 mm. Maes, Torhout. 147 x 147 x 25 mm.
130 x 97 x 20 mm. 225 x 173 x 28 mm.
1. Reliëfdecor, voorstellend 'Pegasus' (het gevleugelde paard). 75 x 75 x 14 mm.
2. Roodbakkend chamotte, gedateerd 1553. 125 x 125 mm.
145 x 146 x 28 mm.
145 x 146 x 28 mm.
Reliëfdecor, voorstellend een driehoek met bloem. Sluitstuk.
Reliëfdecor, voorstelling van een leeuw en een kroon - 130 x 130 x 30 mm.
Reliëfdecor, voorstelling van een vis en een lus met de initialen CB. - 130 x 130 x 30 mm.
Zelfs tot in het begin van 20ste eeuw werden er nog dunne haardstenen gebakken.
Maar die dienden meer om de achterwand van de schouw te versieren.
Tegelvorm in de moule: 167 x 110 Haardtegel 150 x 100 x15 mm.
Tegelvorm in de moule: 153 x 112 mm. Haardtegel, 140 x 90 x 14 mm.
4.2 Bronnen, literatuur uit eigen bibliotheek:
- Hertsteen en Cronement. Haardsten uit de zestiende en zeventiende eeuw. Hans Lägers. – Cultuurhistorie gemeente Utrecht, p/a Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 2006.
- Haardstenen en de haard. Maaslandse haardstenen, productie, verspreiding, toepassing en versiering. Ton Beijer, Eijsden 2011. Uitgave: Vereniging Ambachtshoes.– 124 blz.
- Archeologische & Bouwhistorische kroniek 1983. Gemeente Utrecht. Overdruk Maandblad Oud-Utrecht, 1984-8/9.
- Keramik von Niederrhein. Köln, 1988. Niederrheinische Herkeramik, Heinz-Peter Mielke, Blz.207-213